Woordenschat en voorlezen

boekenWoordenschat en voorlezen.

Vanaf de geboorte leren kinderen van de gesproken taal om zich heen. Deze taal slaan ze op in hun eigen woordenboek. Zo wordt er een start gemaakt bij de opbouw van de passieve woordenschat.
Hoe meer een kind de woorden hoort hoe beter het woord wordt opgeslagen en hoe sneller het kind het woord uit het geheugen kan ophalen. Zodra kinderen zelf beginnen met spreken bouwen zij de actieve woordenschat op. Bij de meeste kinderen bestaat rond het zesde jaar de actieve woordenschat uit ongeveer 3500 woorden. Deze basiswoordenschat speelt een belangrijke rol bij de latere prestaties op school.

Hoe helpen we onze kinderen nu om een goede basis te leggen? Het begint allemaal met voorlezen. Voorlezen heeft namelijk een positief effect op woordenschat, tekstbegrip, spelling en leesplezier.

Een aantal tips:

  • Kies een boek uit dat past bij de ontwikkeling en belangstelling van uw kind.
  • Lees eerst zelf het boek door. U kunt het verhaal dan nog beter en mooier voorlezen aan uw kind.
  • Wijs ook de plaatjes uit het boek aan en bespreek samen wat u op de plaatjes ziet.
  • Stel eenvoudige vragen naar aanleiding van het verhaal. Stel open vragen: Wie…? Wat …? of Waar…?
  • Laat af en toe een pauze vallen zodat uw kind een vraag kan stellen of kan reageren op een verhaal.
  • Voorspel samen het vervolg van het verhaal.
  • Probeer samen het verhaal na te vertellen aan de hand van bijvoorbeeld de afbeeldingen.
  • Herhaling is goed, dus lees het prentenboek nog maar een keer voor!

Ook wanneer uw kinderen ouder zijn blijft het voorlezen belangrijk. Voor voorlezen zijn kinderen namelijk nooit te oud!

 

 

Geef een reactie